(tb) Met de jaarwisseling PostNoord briefbezorging in Denemarken. De brievenbussen worden gedemonteerd. Daarmee speelt de post in op de sterke volumedaling van de afgelopen jaren. De gemiddelde Deen ontving slechts ongeveer anderhalve brief per maand, ofwel 18 per jaar. Het merendeel van de communicatie vindt digitaal plaats. PostNord blijft pakketten vervoeren. Het bedrijf ontstond uit de fusie van de staatsbedrijven van Denemarken en Zweden. Beide staten zijn gezamenlijk eigenaar van het bedrijf.
De Deense regering gaat PostNord of een andere postdienst, waarschijnlijk een van de pakketdiensten die al post uit het buitenland bestellen, opdracht geven om brieven die uit het buitenland komen te bezorgen. Denemarken voldoet hiermee aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Wereldpostconventie. Er bestaat echter geen directe verplichting om zendingen naar het buitenland te accepteren; Elk land mag zijn burgers verbieden om post naar het buitenland te versturen.
Denemarken moet er echter wel voor zorgen dat International Reply Coupons (IAS) in het land verzilverd kunnen worden. Het Wereldpostverdrag vereist de aanvaarding van het IAS, ook als de eigen postdienst van het land ze niet verkoopt. Dit was bijvoorbeeld het geval in de DDR. Het is nog onbekend hoe Denemarken aan zijn inlossingsverplichting zal voldoen. We kunnen er met zekerheid van uitgaan dat PostNord uiterlijk in 2026 geen postzegels meer uitgeeft, noch voor binnenlandse, noch voor internationale post.
Net als Denemarken kampen postbedrijven in andere landen ook met drastisch teruglopende brievenvolumes. Soms kunnen ze de daling compenseren door de pakketvolumes te verhogen; De brieven worden dan samen met het pakket bezorgd. Toch zal het aantal pakketten dat per huishouden wordt vervoerd, nooit het niveau bereiken dat briefpost ooit bereikte.
Dit is vooral merkbaar in dunbevolkte landen en streken, bijvoorbeeld in Noord-Scandinavië of de Baltische staten, maar ook in delen van Mecklenburg-Vorpommern. Daar wordt bezorgen voor bedrijven steeds minder rendabel. In Estland ontvangt elke burger gemiddeld minder dan één brief per jaar, zoals Martin Bechstedt aantoont in zijn handboek “De datumstempels van het onafhankelijke Estland sinds 1991”, gebaseerd op officiële statistieken. Het inwoneraantal van Estland is ongeveer gelijk aan dat van München in de deelstaat Nedersaksen.
In de meest noordelijke van de drie Baltische staten ondermijnt het postbeleid de fundamenten van de brievenbezorging. Zoals Friedhelm Doell meldt in het jongste nummer van “Baltikum”, het tijdschrift van de gelijknamige werkgroep, versturen steeds meer burgers documenten per pakketpost in plaats van per brief. Een zending van pakketstation naar pakketstation is aanzienlijk goedkoper dan het versturen van een brief. Bovendien kunnen verzenders en ontvangers de voortgang van het vermeende pakket volgen, een aanbod dat Omniva, zoals het postkantoor tegenwoordig heet, verzorgt geen brievenbezorging. De voorspelling dat de postdienst in Estland binnenkort ten einde komt, is dus niet meer zo gewaagd.